Een prachtig, waargebeurd verhaal over Daniël die in een hopeloze situatie terecht komt. Maar Daniël is moedig en vertrouwt op God. Maar hij doet dit niet alleen. Hij vraagt aan zijn vrienden om ook het aangezicht van de Heer te zoeken. En dat is hoe wij als kerk in de wereld kunnen staan.
Koning Nebukadnezar had een droom en wilde dat de wijzen van zijn koninkrijk de droom zouden vertellen en uitleggen. Maar geen enkele van de magiërs, bezweerders, tovenaars of de Chaldeeën kon dit. Zij zeiden: er is geen mens op de aardbodem die de zaak van de koning te kennen zou kunnen geven, er is niemand anders die het in de tegenwoordigheid van de koning te kennen kan geven dan de goden, die hun verblijf niet bij de schepselen hebben. De koning werd woedend en hij beval dat men al de wijzen van Babel om moest brengen.
Lees Daniël 2
Daniël en zijn vrienden worden gezocht
Daniël en zijn vrienden worden gezocht. Niet omdat ze iets verkeerd gedaan hebben maar omdat ze ook tot die groep van wijzen behoren die de koning ter dood wil brengen.
Daniël loopt niet weg van het gevaar, hij is moedig, maar hij gaat naar Arioch toe. Arioch was aangesteld om de wijzen van Babel ter dood te brengen.
Daniël wendt zich met raad en verstandige woorden tot Arioch.
En Daniël loopt gewoon binnen bij de koning. Dat is moedig.
Hij vraagt de koning nog wat tijd om de uitleg te kennen te geven.
En dan gaat hij naar huis en laat hij de zaak aan zijn vrienden weten. Hij vraagt hen: zoek het aangezicht van de God van de hemel om barmhartigheid te verkrijgen in deze zaak.
God geeft aan Daniël de droom van de koning.
God geeft aan Daniël in een nachtvisioen de droom van de koning en de uitleg van de droom.
Daarop looft Daniël de God van de hemel.
Hij komt bij koning Nebukadnezar en zegt: de verborgenheden die de koning vraagt, kunnen wijzen, bezweerders, magiërs en toekomstvoorspellers de koning niet te kennen geven. Maar er is een God in de hemel die verborgenheden openbaart. Hij geeft alle eer en lof aan de Heer.
Daniël vertelt de droom en geeft de uitleg.
Dit kunnen we lezen in vers 31-49.
Dit is een prachtig, waargebeurd verhaal over Daniël die in een situatie is, die er hopeloos uitziet, een situatie van vervolging.
Maar Daniël heeft de moed om naar het hoofd van de lijfwacht te stappen. Hij heeft de moed om naar de koning te gaan, tijd te vragen. En dan richt hij zich naar de Heer opdat de Heer de verborgenheden van de droom mag openbaren.
Daniël vertrouwt continu op de Heer. Hij geeft God alle eer. Hij maakt duidelijk: ik kan dit niet uit mijzelf maar mijn God in de hemel heeft mij dat geopenbaard.
In de droom zien we een aankondiging van het koninkrijk van God.
We zien hoe het koninkrijk van God zal opkomen en nooit meer te gronde gaan, dat het een grote berg zal worden die heel de aarde zal vullen.
En de respons van de koning is dat hij zich ter aarde werpt en Daniël aanbidt.
Verder in het verhaal zullen we zien dat dit Nebukadnezar parten zal spelen. Want hij heeft nog altijd niet persoonlijk beseft en persoonlijk toegegeven dat de God van de hemel de grootste is en dat hij zelf ook kleiner is dan die God en in Hem moet geloven.
Hij zegt: waarlijk, uw God is de God der goden en de Heere der koningen. Maar tussen iets kennen en in je hart weten is er een verschil. Hij geeft het toe maar het is nog geen realiteit in zijn leven.
Daniël heeft vertrouwen in de Heer en hij toont moed, en het resultaat daarvan is dat hij bevorderd wordt door de koning. Daniël krijgt veel grote geschenken en de koning stelt hem aan als heerser over het hele gewest en als hoofd van alle machtshebbers over alle wijzen van Babel. En Daniël denkt aan zijn vrienden en hij vraagt de koning om hen aan te stellen over het bestuur van het gewest Babel en Daniël bleef in de poort.
Wat kunnen wij daaruit leren?
Het is een prachtig verhaal waaruit we veel lessen voor onszelf als gelovige maar ook als kerk kunnen trekken.
Wat doen wij op het moment dat het moeilijk wordt? Op het moment dat we een uitdaging hebben? Of als we in een uitdagende of bedreigende situatie terecht komen?
Vertrouwen wij op de Heer? Zijn wij moedig?
Spreuken 3: 5-6.
Vertrouw op de Heer met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet.
Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden rechtmaken.
Daniël vertrouwt op de Heer met heel zijn hart.
Daniël kent de Heer in al zijn wegen, want hij weet dat de Heer ervoor zou zorgen dat zijn wegen, zijn paden recht zijn.
Laten wij vertrouwen hebben in de Heer en laten wij moedig zijn.
In 1 Korinthe 16: 13 zegt Paulus tegen de kerk: wees waakzaam, sta vast in het geloof, wees manmoedig, wees sterk. Laat alles bij u in liefde gebeuren.
Daniël was waakzaam, hij stond vast in geloof, hij was moedig en sterk.
En zo moeten ook wij zijn als christenen. Als wij in Christus zijn, hoeven wij niet bang te zijn.
Als wij wandelen in de Geest, dan wandelen wij in de geest van kracht, liefde en bezonnenheid ( 2 Timotheüs 1: 7).
Wat doen wij in een uitdagende situatie?
Panikeren wij? Zijn wij gefocust op de situatie en zien wij geen uitweg?
Of zeggen wij: onze uitweg is de Heer. en gaan wij het aangezicht van de Heer zoeken, net zoals Daniël doet?
Het is zo belangrijk hoe wij omgaan met uitdagingen, want als alles goed gaat is het gemakkelijk. Het is pas in uitdagingen dat je ziet wat er echt in mensen leeft, en of ze op God vertrouwen of op zichzelf of op iemand anders.
Psalm 9: 10-11.
Als we verdrukt worden, als we in het nauw gedreven worden en wij kennen de Naam van de Heer, dan kunnen wij op Hem vertrouwen want de Heer verlaat niet wie Hem zoeken.
Daniël past dit toe. Hij weet dat, als hij de Naam van de Heer kent en hij naar de Heer toegaat en Hem zoekt, dat de Heer hem niet zal verlaten.
Psalm 27:8
De belofte van de Heer is: als wij Zijn aangezicht zoeken, zal Hij ons horen en helpen.
Daniël vraagt ook aan zijn vrienden om het aangezicht van de Heer te zoeken.
Daniël zoekt niet alleen zelf de Heer, maar we zien hier het element van gemeenschap.
Hij vraagt aan zijn vrienden om ook het aangezicht van de Heer te zoeken.
Wij kunnen dat heel praktisch toepassen. Wat gebeurt er als één van ons in een uitdagende situatie is? Proberen we het zelf op te lossen of gaan we naar de Heer?
En als we kiezen om naar de Heer te gaan, vragen we dan ook aan anderen in het lichaam van Christus, in onze eigen kerk of andere gelovigen, om ook samen met ons het aangezicht van de Heer te zoeken?
Wij zijn één lichaam en hoeven niet alleen te staan in die uitdaging. Maar samen, als Gods familie kunnen wij het aangezicht van de Heer zoeken en God belooft dat Hij door ons zal gevonden worden.
Daniël looft en dankt de Heer.
God openbaart de droom van de koning aan Daniël en geeft hem ook de uitleg ervan.
De reactie van Daniël is dat hij de Heer looft en dankt. En niet allen dat, hij vertelt ook aan de koning dat hij het niet zelf bedacht heeft, maar dat de Heer zijn kracht en zijn schild is. Dat het de Heer is die hem geholpen heeft omdat hij op Hem vertrouwd heeft met heel zijn hart. En het hart van Daniël springt op van vreugde en daarom looft hij Hem.
Danken wij en loven wij de Heer voor alles wat Hij voor ons doet? Voor hoe Hij werkt in ons leven?
God heeft nooit beloofd dat het gemakkelijk zou worden op het moment dat we naar Hem toegaan. Maar als wij op Hem kunnen vertrouwen en geloven dat Hij onze zonden kan vergeven, dan kunnen wij toch ook geloven en vertrouwen dat Hij veel meer kan doen.
Het gaat niet alleen over zonde, het gaat over het aangezicht van de Heer zoeken, dat wij voor alles in ons leven op hem vertrouwen, naar Hem toegaan, zelf en anderen vragen om het aangezicht van de Heer te zoeken als we een uitdaging hebben. En dat we moedig zijn, standvastig in geloof, sterk en dat we vertrouwen op hem.
Als wij de Heer vrezen, hebben wij de engelen van de Heer rondom ons, de Heer die ons beschermt en redt.
Alleen God kan ons vrijmaken.
Dit was de boodschap vanuit het boek Daniël. Namelijk hoe wij als gelovige in de wereld kunnen staan, op God kunnen vertrouwen en moedig zijn. Niet vertrouwen op onszelf, op ons kunnen of onze middelen, op strategieën of psychologie, maar naar de Heer gaan. Het is enkel God die ons volledig kan vrijmaken en onze gedachten kan veranderen.
God, de Vader, werkt doorheen geloof en het offer van Zijn Zoon en door de Geest die in ons werkt.